hunzelf - Persoonlijk voornaamwoord
1. derde persoon meervoud (alleen gebruikt voor de datief), versterkte vorm van hun
♢ Ik heb hunzelf geen cent gegeven, maar alles aan hun ouders toevertrouwd.
Woordherkomst
samenstelling van hun en zelf
Gepubliceerd op 04-12-2017
hunzelf
betekenis & definitie