Gepubliceerd op 04-12-2017

hunzelf

betekenis & definitie

hunzelf - Persoonlijk voornaamwoord
1. derde persoon meervoud (alleen gebruikt voor de datief), versterkte vorm van hun
Ik heb hunzelf geen cent gegeven, maar alles aan hun ouders toevertrouwd.

Woordherkomst
samenstelling van hun en zelf