huisgenoot - Zelfstandignaamwoord
1. mensen waarmee je in één huis woont zonder dat je er noodzakelijkerwijs ook één huishouding mee voert
♢ In het studentenhuis had ik 5 huisgenoten.
Woordherkomst
samenstelling van huis en genoot
Gepubliceerd op 04-12-2017
huisgenoot
betekenis & definitie