huilebalk - Zelfstandignaamwoord
1. iemand die te veel huilt met name bij kinderen
♢ Pietje was een echte huilebalk, altijd zette hij het op een huilen als hij zijn zin niet kreeg.
♢ Het vitten is vaak geestig. Dochter spuugt op ‘de Republikeinse blauwspoelingen’, die haar ouders en hun vrienden zijn, moeder vreest een ‘tsunami van linkse huilebalken’. En allebei zuchten ze onder die ‘contractueel vastgelegde slavernij die familie heet.’ Het is Kerst in Palm Springs, Californië, 2004. En het gaat er in het gezin Wyeth afwisselend ijskoud en oververhit aan toe.
huilebalk - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van huilebalken
♢ Ik huilebalk
2. gebiedende wijs van huilebalken
♢ huilebalk!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van huilebalken
♢ huilebalk je?
Woordherkomst
Naamwoord van handeling huilen en balk
Synoniemen
huichelaar, aansteller, zeurpot, kwezel, griener, jankerd, jammeraar
Gepubliceerd op 04-12-2017
huilebalk
betekenis & definitie