Gepubliceerd op 04-12-2017

hoogblond

betekenis & definitie

hoogblond - Bijvoeglijk naamwoord
1. van haar: met een lichte gele kleur
Daar kijken vijf vrouwen mij nieuwsgierig aan. Vier van de vijf zijn net zo hoogblond als de gastvrouw, allemaal overduidelijk uit het Gooi afkomstig. Ik stel mezelf voor en ga met de cocktail die me wordt aangereikt naast de enige donkere vrouw in het gezelschap zitten.
Wat blijft en sterker wordt, is het totaal van zijn wezen. Van het kleine, hoogblonde jongetje dat met `poes' voor de foto poseert, tot de in zichzelf gekeerde condottiere met haakneus, witte manen, priemende blauwe ogen. In het totaal van dat wezen heb ik rondgelopen.

Woordherkomst
samenstelling van hoog en blond

Synoniemen
goudblond, blond, lichtblond, vlasblond