hoer - Zelfstandignaamwoord
1. een vrouw die tegen betaling seksuele diensten verricht
♢ In die straat kun je veel hoertjes aantreffen.
hoer - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hoeren
♢ Ik hoer
2. gebiedende wijs van hoeren
♢ hoer!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hoeren
♢ hoer je?
Synoniemen
temeie, temeier, prostituee
lichtekooi, publieke vrouw
Verwante begrippen
bordeel, pooier
Gepubliceerd op 04-12-2017
hoer
betekenis & definitie