hinkelen - Werkwoord
1. (inerg) het hinkelen beoefenen
♢ Op het schoolplein hinkelden enkele meisjes.
2. (inerg) hinken, op één been voortgaan
♢ Hij hinkelde naar een bankje om het steentje uit zijn schoen te halen.
hinkelen - Zelfstandignaamwoord
1. kinderspel, waarbij men zich volgens bepaalde regels deels op één been springend verplaatst tussen een aantal vakken die op de grond zijn aangegeven
Woordherkomst
(freqtt) hinken met het achtervoegsel -el
Gepubliceerd op 04-12-2017
hinkelen
betekenis & definitie