Gepubliceerd op 25-10-2017

hin

betekenis & definitie

hin - Zelfstandignaamwoord
1. (Jiddisch-Hebreeuws) (eenheid) inhoudsmaat voor vloeistoffen, omstreeks 7 liter (22×: Ex. 29:40 +, Lev. 19:36 +, Num. 15:4 +, Ez. 4:11 +)

Woordherkomst
Herkomst: Hebreeuws (gangbare Nederlandse versie)

Verwante begrippen
Hebreeuws (transcriptieversie): hien