heuglijk - Bijvoeglijk naamwoord
1. blij makend, verheugend
♢ Bij de geboorte van Thomas kwam zijn vader me het heuglijke nieuws hoogstpersoonlijk brengen.
2. onvergetelijk, gedenkwaardig
♢ De val van de Berlijnse Muur is nog steeds een heuglijke herinnering voor vele Berlijners.
Woordherkomst
Afgeleid van heug (vreugde) met het achtervoegsel -lijk. De betekenis "gedenkenswaardig" is ontstaan onder invloed van geheugen. Stamverwant is ook verheugen|zich verheugen.
Synoniemen
heugelijk
Antoniemen
[1] bedroevend, triest, triestig
Gepubliceerd op 04-12-2017
heuglijk
betekenis & definitie