Gepubliceerd op 04-12-2017

herroepen

betekenis & definitie

herroepen - Werkwoord
1. (ov) zeggen dat iets, dat je eerder gezegd hebt, niet klopt
Hij heeft haar eerst beschuldigd, maar later heeft hij dat herroepen.

herroepen - Werkwoord
1. voltooid deelwoord van herroepen

Woordherkomst
Afgeleid van roepen met het voorvoegsel her-.

Synoniemen
intrekken, terugnemen, terugtrekken

Verwante begrippen
herroepbaar, herroeping