herroepen - Werkwoord
1. (ov) zeggen dat iets, dat je eerder gezegd hebt, niet klopt
♢ Hij heeft haar eerst beschuldigd, maar later heeft hij dat herroepen.
herroepen - Werkwoord
1. voltooid deelwoord van herroepen
Woordherkomst
Afgeleid van roepen met het voorvoegsel her-.
Synoniemen
intrekken, terugnemen, terugtrekken
Verwante begrippen
herroepbaar, herroeping
Gepubliceerd op 04-12-2017
herroepen
betekenis & definitie