herbergen - Werkwoord
1. (ov) huisvesten
♢ Door het noodweer was hij verplicht om de hele wandelgroep in zijn huis te herbergen.
2. (ov) tot verblijf dienen
♢ Die kom herbergt vier vissen, wat erg uitzonderlijk is.
3. (ov) bevatten
♢ Voor zo'n dun boek herbergt het erg veel informatie.
herbergen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord herberg
Woordherkomst
Afgeleid van bergen met het voorvoegsel her-
Gepubliceerd op 04-12-2017
herbergen
betekenis & definitie