Gepubliceerd op 04-12-2017

hemel

betekenis & definitie

hemel - Zelfstandignaamwoord
1. lucht, onmetelijke ruimte die overal op aarde bovenaan zichtbaar is
2. (religie) hiernamaals, het leven na de dood, de plaats waar de goden verblijven
3. baldakijn

hemel - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hemelen
♢ Ik hemel
2. gebiedende wijs van hemelen
hemel!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hemelen
hemel je?

Woordherkomst
afkomstig van:
Middelnederlands: hemel
Oudernederlands: himil, himel
Germaans: *himilaz
Indo-Europees: *k(')em-en-, *k(')em-er-

Uitdrukkingen en gezegden
♦ iets of iemand de hemel in prijzen
zeggen dat iets of iemand heel goed is

Synoniemen
[1] hoogte, lucht, firmament, uitspansel, zwerk
[3] draaghemel, troonhemel