hem - Persoonlijk voornaamwoord
1. accusatief (m) derde persoon enkelvoud
♢ Ik zie de man -> ik zie hem.
2. datief (m) derde persoon enkelvoud
♢ Ik geef de man een boek'' -> ik geef hem een boek.
Gepubliceerd op 04-12-2017
hem
betekenis & definitie