heide - Zelfstandignaamwoord
1. een met heidekruid begroeide vlakte
♢ Zijn huis staat in het midden van een grote heide.
heide - Werkwoord
1. enkelvoud verleden tijd van heien
♢Ik heide
♢Jij heide
♢Hij, zij, het heide
Woordherkomst
(erfwoord) Van (S) heide, hede, van (S) *heitha, *hētha, van (S) *haiþī, *haiþijō.
Synoniemen
hei
Gepubliceerd op 04-12-2017
heide
betekenis & definitie