heftig - Bijvoeglijk naamwoord
1. extreem in mate
♢ De overstroming was des te heftiger omdat de stortbui kwam na een lange droogte.
heftig - Bijwoord
1. in extreme mate
♢ Hij was heftig geschrokken van het ongeluk waar hij maar ternauwernood aan ontkomen was.
♢ De schrijvers, die het heftigst Willem aanvallen en in zijne zwarte ziel een broeinest van allerlei doodzonden ontdekken, beschuldigen hem van hoogmoed.blz 34 Het huwelijk van Willem van Oranje met Anna van Saxen
van: Reinier Cornelis Bakhuizen Brink
Uitgegeven: Müller, 1853
Woordherkomst
Een Nederlands woord met het achtervoegsel -ig.
Synoniemen
erg
fel
hevig
Gepubliceerd op 04-12-2017
heftig
betekenis & definitie