heelhuids - Bijwoord
1. ongedeerd, zonder ernstige schade
♢ Urenlang vuurde men in het duistere Middelburg kanonschoten op het huis van Steveninck af, die met zijn geweer bleef terugvuren, totdat hij het moest opgeven en wonder boven wonder heelhuids wist te ontkomen.
Woordherkomst
samenstellende afleiding van heel (bijvoeglijk naamwoord) en huid (zelfstandig naamwoord) met het achtervoegsel -s
Gepubliceerd op 04-12-2017
heelhuids
betekenis & definitie