havo - Zelfstandignaamwoord
1. (onderwijs), (letterwoord), (afkorting) de afkorting voor hoger algemeen voortgezet onderwijs, een Nederlandse onderwijsvorm na de lagere school
♢ Hij volgt al drie jaar havo.
havo - Zelfstandignaamwoord
1. een school voor hoger algemeen voortgezet onderwijs
♢ Ik heb op een havo gezeten.
Gepubliceerd op 04-12-2017
havo
betekenis & definitie