Gepubliceerd op 04-12-2017

hamerstuk

betekenis & definitie

hamerstuk - Zelfstandignaamwoord
1. voorstel dat zonder discussie wordt afgedaan maar louter met een hamerslag bekrachtigd wordt
Zijn aanstelling was een hamerstuk voor de gemeenteraad.
2. (bouwkunde) hamervormig breed uiteinde van een balk die op een muur rust

Woordherkomst
samenstelling van hamer(werkwoord) en stuk(zelfstandig naamwoord) ("deel, gedeelte")