hamerstuk - Zelfstandignaamwoord
1. voorstel dat zonder discussie wordt afgedaan maar louter met een hamerslag bekrachtigd wordt
♢ Zijn aanstelling was een hamerstuk voor de gemeenteraad.
2. (bouwkunde) hamervormig breed uiteinde van een balk die op een muur rust
Woordherkomst
samenstelling van hamer(werkwoord) en stuk(zelfstandig naamwoord) ("deel, gedeelte")
Gepubliceerd op 04-12-2017
hamerstuk
betekenis & definitie