grut - Zelfstandignaamwoord
1. (verouderd) kleine brokjes, gruis
1. (voeding) gebroken korrel van gerst of andere granen
2. (voeding) gebroken boekweit
2. (figuurlijk) (pejoratief) kleine dingen van weinig waarde
3. (figuurlijk) kleine kinderen
grut - Tussenwerpsel
1. bastaardvloek, uitroep die lichte schrik uitdrukt
grut - Werkwoord
1. enkelvoud tegenwoordige tijd van grutten
2. gebiedenwijs van grutten
Woordherkomst
(erfwoord) , geattesteerd in het Oudernederlands en verwant aan Middelnederlands grute "gruit"
Uitdrukkingen en gezegden
♦ grut nog aan toe
lieve help
Synoniemen
[1.2] gort
[2] uitschot
god, gut
Gepubliceerd op 04-12-2017
grut
betekenis & definitie