Gepubliceerd op 04-12-2017

groothandelaar

betekenis & definitie

groothandelaar - Zelfstandignaamwoord
1. (beroep) een handelaar die zijn producten van fabrikanten koopt en doorverkoopt aan o.a. kleinhandelaars.
De kleinhandelaar koopt zijn goederen van de groothandelaar.
2. (economie) een bedrijf dat zich richt op de koop van producten van fabrikanten en doorverkoopt aan o.a. kleinhandelaars.

Woordherkomst
samenstelling van groot en handelaar

Antoniemen
kleinhandelaar, detailhandelaar

Verwante begrippen
groothandel