grillen - Werkwoord
1. (ov), (kookkunst) bruinen en braden op een open rooster (grill) boven een warmtebron
♢ Gebruik bij het grillen van vlees, gevogelte en vis altijd een druipschaal om uitlopend vet en vleessappen op te vangen.
grillen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gril
Woordherkomst
afgeleid van grill met het achtervoegsel -en
Synoniemen
grilleren, roosteren
Gepubliceerd op 04-12-2017
grillen
betekenis & definitie