grenspaal - Zelfstandignaamwoord
1. meestal samen met soortgelijke palen, de markering van een grens vormend
♢ Er zijn weerwolven die meisjes lastig vallen, begrafeniswagens die bewegingsloos worden bij de grenspaal die de dode ooit valselijk verzet had, en tolgaarders die ook heksen zijn.
♢ Nederland kent honderden genummerde grenspalen.
Woordherkomst
samenstelling van grens en paal
Synoniemen
grensafbakening, grenssteen, landpaal, markpaal, scheidingspaal, scheipaal, treem
Gepubliceerd op 04-12-2017
grenspaal
betekenis & definitie