Gepubliceerd op 04-12-2017

grenspaal

betekenis & definitie

grenspaal - Zelfstandignaamwoord
1. meestal samen met soortgelijke palen, de markering van een grens vormend
Er zijn weerwolven die meisjes lastig vallen, begrafeniswagens die bewegingsloos worden bij de grenspaal die de dode ooit valselijk verzet had, en tolgaarders die ook heksen zijn.
Nederland kent honderden genummerde grenspalen.

Woordherkomst
samenstelling van grens en paal

Synoniemen
grensafbakening, grenssteen, landpaal, markpaal, scheidingspaal, scheipaal, treem