Gepubliceerd op 04-12-2017

grensoverschrijdend

betekenis & definitie

grensoverschrijdend - Bijvoeglijk naamwoord
1. van gedrag dat het regels, wetten en normen overschrijdt en niet meer acceptabel is voor de omgeving
De Jong (2016), die in zijn lectorale rede ook spreekt over het belang van liefde in het contact met risicojongeren, parkeert dit woord dan ook en spreekt verder over ‘passie met ballen’. Daarmee verwijst hij naar professionals, maar ook naar anderen, die zich inleven in deze jongeren, verbinding met hen leggen en hen tegelijkertijd aanspreken op grensoverschrijdend gedrag.
2. over een grens gaan en zo in het buitenland komen
De reactie van politiek en toezichthouders was destijds dubbelzinnig: aangenaam en wenselijk was het allemaal niet, maar wat kon je doen? Er was een geloof in internationale regels en gebruiken die de globalisering met zich meebracht, en grensoverschrijdende overnames maakten daar nu eenmaal deel van uit.

Woordherkomst
samenstelling van grens en overschrijdend

Synoniemen
[2] buitenlands

Antoniemen
[2] binnenlands