Gepubliceerd op 04-12-2017

gorgel

betekenis & definitie

gorgel - Zelfstandignaamwoord
1. keel
'k Zie 't graazend vee van vreugde springen;
'k Hoor 't Vog'lenheir de gorgels wringen,.Bespiegeling bij een opkomend onweder
Joan Christiaan van Appeltere

2. een fantasiedier
Het gorgelde om haar heen maar de gorgels slopen weg als ze ze wilde pakken.

gorgel - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gorgelen
♢ Ik gorgel
2. gebiedende wijs van gorgelen
gorgel!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gorgelen
gorgel je?