gig - Zelfstandignaamwoord
1. lange, smalle roeiboot, waarin de roeiers alleen achter elkaar en niet naast elkaar zitten
♢ De roeiers zitten in een gig alleen op hun eigen bank (...)
♢ Op onze geheele reis hebben wij geen enkel vaartuig ontmoet, dat ons kon volgen, uitgezonderd de Gig (eene ligte roeischuit) van het [f]regat Curaçao, (...)
2. (historisch) kleine open wagen met twee wielen getrokken door één paard
♢ Daar kwam een gig aanrijden.
3. optreden van jazz- of popmuzikanten
♢ Op 6 mei 1964 had Joe een gig gehad in de nachtclub Mardi Gras.
4. gigabyte
♢ Houd dus 1,9 gig vrij op je harde schijf om volledig van de game te kunnen genieten.
5. gigabit per seconde
♢ Voor een aantal wetenschappelijke toepassingen kun je niet uit met 10 maal 10 gigabit, maar heb je echt 100 gig nodig
Woordherkomst
[1] van het Engelse woord gig, lange, smalle roeiboot
[2] van het Engelse woord gig, kleine open wagen
[3] van het Engelse woord gig, optreden van muzikanten
[4] (verkorting) van gigabyte
[5] (verkorting) van gigabit per seconde
Synoniemen
[1] giek
[4] gieg
Gepubliceerd op 04-12-2017
gig
betekenis & definitie