Gepubliceerd op 04-12-2017

gig

betekenis & definitie

gig - Zelfstandignaamwoord
1. lange, smalle roeiboot, waarin de roeiers alleen achter elkaar en niet naast elkaar zitten
De roeiers zitten in een gig alleen op hun eigen bank (...)
Op onze geheele reis hebben wij geen enkel vaartuig ontmoet, dat ons kon volgen, uitgezonderd de Gig (eene ligte roeischuit) van het [f]regat Curaçao, (...)
2. (historisch) kleine open wagen met twee wielen getrokken door één paard
Daar kwam een gig aanrijden.
3. optreden van jazz- of popmuzikanten
Op 6 mei 1964 had Joe een gig gehad in de nachtclub Mardi Gras.
4. gigabyte
Houd dus 1,9 gig vrij op je harde schijf om volledig van de game te kunnen genieten.
5. gigabit per seconde
Voor een aantal wetenschappelijke toepassingen kun je niet uit met 10 maal 10 gigabit, maar heb je echt 100 gig nodig

Woordherkomst
[1] van het Engelse woord gig, lange, smalle roeiboot
[2] van het Engelse woord gig, kleine open wagen
[3] van het Engelse woord gig, optreden van muzikanten
[4] (verkorting) van gigabyte
[5] (verkorting) van gigabit per seconde

Synoniemen
[1] giek
[4] gieg