gezondheid - Zelfstandignaamwoord
1. (medisch) welbevinden, in goede staat zijn
♢ Zijn gezondheid was gelukkig niet in gevaar.
gezondheid! - Tussenwerpsel
1. een uitroep als iemand niest of hoest
Woordherkomst
Afgeleid van gezond met het achtervoegsel -heid.
Antoniemen
ziekte
Gepubliceerd op 04-12-2017
gezondheid
betekenis & definitie