gezinsuitbreiding - Zelfstandignaamwoord
1. (familie) het groter worden van een gezin door de geboorte van een baby
♢ Een bevriend echtpaar kwam met een heuglijke mededeling voor ons en andere bevriende echtparen. Nee, geen gezinsuitbreiding, daar waren ze veel te oud voor, maar wel gebiedsuitbreiding. Ze hadden een huisje gekocht nabij Verona, hun favoriete stad in Noord-Italië, waar ze elke zomer het operafestival bezoeken.
♢ Juliana raakte al snel na haar trouwen zwanger. Ook met hun gezinsuitbreiding gingen zij en Bernhard minder formalistisch om dan tot dan toe gebruikelijk. Wilhelmina's zwangerschappen waren omringd geweest door stilte en geruchten; haar 'gezegende staat' werd pas in een laat stadium officieel bekendgemaakt door de minister-president. Juliana daarentegen liet op 15 juni 1937, toen haar zwangerschap twee maanden was gevorderd, zelf via de radio weten dat ze in verwachting was.
Woordherkomst
samenstelling van gezin en uitbreiding met het invoegsel -s-
Synoniemen
geboorte
Gepubliceerd op 04-12-2017
gezinsuitbreiding
betekenis & definitie