Gepubliceerd op 04-12-2017

gezel

betekenis & definitie

gezel - Zelfstandignaamwoord
1. makker, reisgenoot
2. middeleeuwse ambachtsman in een gilde die nog niet de rang van meester of baas had verworven
3. (beroep) handwerksman die als knecht onder een baas werkt

Synoniemen
[1] kameraad, kornuit, maat, makker, metgezel, partner

Verwante begrippen
gezellin