Gepubliceerd op 04-12-2017

gevlei

betekenis & definitie

gevlei - Zelfstandignaamwoord
1. herhaaldelijk en hinderlijk vleien
Hij was het gevlei van die onderkruiper meer dan zat.

Woordherkomst
Naamwoord van handeling van vleien met het voorvoegsel ge-.

Synoniemen
bewieroking, compliment, flemerij, flikflooierij, gelik, laudanum, liefdoenerij, mooipraterij, pluimstrijkerij, stroopsmeerderij, vleierij

Zie ook
gevlij