gevatters - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gevatter
gevatters - Bijvoeglijk naamwoord
1. paritief van de vergrotende trap van gevat
Woordherkomst
Herkomst: Jiddisj
Gepubliceerd op 04-12-2017
gevatters
betekenis & definitie