geschiedkundig - Bijvoeglijk naamwoord
1. betrekking hebbend op de geschiedkunde
♢ Hij deed geschiedkundig onderzoek in de archieven van het gemeentehuis.
2. kundig zijn van de geschiedenis
♢ Hij had een zeer grote geschiedkundige kennis over zijn stad.
Woordherkomst
afleiding van geschiedkunde met het achtervoegsel -ig
Gepubliceerd op 04-12-2017
geschiedkundig
betekenis & definitie