Gepubliceerd op 04-12-2017

geruisloos

betekenis & definitie

geruisloos - Bijvoeglijk naamwoord
1. zonder geluid te maken, geluidloos
2. zonder veel aandacht te trekken
de maffia bleek in staat zijn tegenstanders op geruisloze te laten verdwijnen

Woordherkomst
afgeleid van geruis met het achtervoegsel -loos