gerecht - Zelfstandignaamwoord
1. (kookkunst) een bepaald soort voedsel op een bepaalde wijze bereiden|bereid
♢ Welk gerecht staat er vanavond op het menu?
2. (juridisch) rechtbank, de rechter
♢ Hij moest voor het gerecht verschijnen.
3. (geschiedenis), (juridisch) lokale bestuursvorm
♢ Aan de westzijde van het gerecht Oostveen bevonden zich respectievelijk de soortgelijke uitgestrekte gerechten.
gerecht - Werkwoord
1. voltooid deelwoord van rechten
gerecht - Bijvoeglijk naamwoord
1. rechtvaardig
♢ hij zal zijn gerechte straf niet ontlopen
Woordherkomst
Voltooid deelwoord van rechten
Naamwoord van handeling van rechten met het voorvoegsel ge-
Verwante begrippen
[1] eten, etenswaar, spijs, [2] gericht, balie, gerechtsgebouw, tribunaal
Gepubliceerd op 04-12-2017
gerecht
betekenis & definitie