gepiercet - Deelwoord
1. voltooid deelwoord van piercen
1. vormt de voltooide tijden
♢ Vele volkeren hebben gedurende de geschiedenis van de mensheid hun tepels gepiercet.
2. vormt de lijdende vorm
♢ Kinderen onder de zestien mogen alleen gepiercet worden met toestemming van de ouders.
3. als naamwoordelijk deel van het gezegde gebruikt
♢ Haar tong was gepiercet.
4. attributief gebruikt
♢ Met Johannes en Miguel verkende ik de brede promenade, waar gepiercete navels, getatoeëerde schouders en afgetrainde basten om aandacht vochten.
Gepubliceerd op 04-12-2017
gepiercet
betekenis & definitie