Gepubliceerd op 04-12-2017

genegenheid

betekenis & definitie

genegenheid - Zelfstandignaamwoord
1. het gesteld zijn op iemand
Hij koesterde een grote genegenheid voor die rakker van een buurjongen.

Woordherkomst
Afgeleid van genegen met het achtervoegsel -heid.

Verwante begrippen
aanhaligheid, liefde