Gepubliceerd op 14-11-2017

geklopt

betekenis & definitie

geklopt - Deelwoord
1. voltooid deelwoord van kloppen
1. vormt de voltooide tijden
Hij had op de deur geklopt.
2. vormt de onpersoonlijke lijdende vorm bij inergatief of overgankelijk gebruik
Er werd geklopt.
Er werd slagroom geklopt.
3. vormt de persoonlijke lijdende vorm bij overgankelijk gebruik
Is die mat al geklopt?
4. attributief gebruikt
Vers geklopte slagroom is heerlijk.
De geklopte atleet was zwaar aangeslagen.
5. bijwoordelijk gebruikt
In de eerste ronde geklopt wist hij zich in de herkansing toch te kwalificeren.
Geklopt of ongeklopt, slagroom lust ik altijd wel.