geklopt - Deelwoord
1. voltooid deelwoord van kloppen
1. vormt de voltooide tijden
♢ Hij had op de deur geklopt.
2. vormt de onpersoonlijke lijdende vorm bij inergatief of overgankelijk gebruik
♢ Er werd geklopt.
♢ Er werd slagroom geklopt.
3. vormt de persoonlijke lijdende vorm bij overgankelijk gebruik
♢ Is die mat al geklopt?
4. attributief gebruikt
♢ Vers geklopte slagroom is heerlijk.
♢ De geklopte atleet was zwaar aangeslagen.
5. bijwoordelijk gebruikt
♢ In de eerste ronde geklopt wist hij zich in de herkansing toch te kwalificeren.
♢ Geklopt of ongeklopt, slagroom lust ik altijd wel.
Gepubliceerd op 14-11-2017
geklopt
betekenis & definitie