geil - Zelfstandignaamwoord
1. (informeel) zaadvocht
2. (informeel) vrouwelijk afscheidingsvocht
geil - Bijvoeglijk naamwoord
1. begerig naar bijv. mediageil, publiciteitsgeil
2. (seksualiteit) seksueel opgewonden, wellustig (ook (pejoratief) )
♢ Wat een geile bok is dat !
geil - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van geilen
♢ Ik geil
2. gebiedende wijs van geilen
♢ geil!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van geilen
♢ geil je?
Verwante begrippen
wulps, zinnelijk, hitsig, onkuis
Gepubliceerd op 14-11-2017
geil
betekenis & definitie