gehoorzaam - Bijvoeglijk naamwoord
1. bereid gehoor te geven aan regels of bevelen
♢ Dit kind is niet altijd gehoorzaam als het naar bed gestuurd wordt.
gehoorzaam - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gehoorzamen
♢ Ik gehoorzaam
2. gebiedende wijs van gehoorzamen
♢ gehoorzaam!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gehoorzamen
♢ gehoorzaam je?
Woordherkomst
Afleiding van gehoor (geven) met het achtervoegsel -zaam.
Antoniemen
ongehoorzaam
Gepubliceerd op 14-11-2017
gehoorzaam
betekenis & definitie