gehoord - Deelwoord
1. voltooid deelwoord van horen
1. vormt de voltooide tijden
♢ Heb je het gehoord?
♢ Daar heb ik nog nooit van gehoord.
2. vormt de lijdende vorm
♢ Nabestaanden willen ook gehoord worden.
♢ De verdachte is urenlang gehoord door de rechter-commissaris.
3. attributief gebruikt
♢ Dat is een veel gehoorde klacht.
Gepubliceerd op 14-11-2017
gehoord
betekenis & definitie