gedaante - Zelfstandignaamwoord
1. een menselijk figuur
♢ Bovenop de heuvel verscheen een imposant gedaante''.
2. een uitwendige verschijning
♢ Zeus nam de gedaante van een zwaan aan.
Woordherkomst
Afgeleid van het Middelnederlandse bijvoeglijk naamwoord gedaen (eigenlijk het voltooid deelwoord van doen; "een zeker uiterlijk hebbend") met het achtervoegsel -te.
Naamwoord van handeling van doen met het omvoegsel ge- -te
Gepubliceerd op 14-11-2017
gedaante
betekenis & definitie