Gepubliceerd op 14-11-2017

geblesseerd

betekenis & definitie

geblesseerd - Deelwoord
1. voltooid deelwoord van blesseren
1. vormt de voltooide tijden
Hij had zich geblesseerd.
2. (vrij zeldzaam) vormt de lijdende vorm
Beide spelers werden door die ongelukkige botsing geblesseerd
3. vormt een ergatieve constructie
Ze raakten allebei geblesseerd.
4. als naamwoordelijk deel van het gezegde gebruikt
Hij is al een tijdje geblesseerd.
5. attributief gebruikt
De geblesseerde speler werd van het veld gedragen.
6. bijwoordelijk gebruikt
De speler werd geblesseerd van het veld gedragen.