game - Zelfstandignaamwoord
1. (sport) een onderdeel van een wedstrijd
♢ Diegene die de meeste games wint, is doorgaans de winnaar van de wedstrijd.
2. een videospel
game - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gamen
♢ Ik game
2. gebiedende wijs van gamen
♢ game!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gamen
♢ game je
4. aanvoegende wijs van gamen
Gepubliceerd op 14-11-2017
game
betekenis & definitie