forens - Zelfstandignaamwoord
1. iemand die dagelijks heen en weer reist tussen de woongemeente en de werkgemeente
♢ Een groot deel van de inwoners van dit dorpje is forens.
forens - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van forenzen
♢ Ik forens
2. gebiedende wijs van forenzen
♢ forens!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van forenzen
♢ forens je?
Synoniemen
pendelaar
Gepubliceerd op 14-11-2017
forens
betekenis & definitie