focus - Zelfstandignaamwoord
1. brandpunt, punt waarop de meeste aandacht is gericht
♢ Op school ligt de focus op taal en rekenen.
2. (natuurkunde) een punt of verzameling van punten waar alle stralengangen van een optisch element samenkomen
♢ Het focus van de kristalmonochromator van een Guiniercamera is een lijn.
3. (medisch) ontstekingshaard
focus - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van focussen
♢ Ik focus
2. gebiedende wijs van focussen
♢ focus!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van focussen
♢ focus je?
Woordherkomst
van het Latijnse woord focus "haard"
Synoniemen
brandpunt
Verwante begrippen
telescoop, lens, scherpstellen, schotelantenne
Gepubliceerd op 14-11-2017
focus
betekenis & definitie