flikker - Zelfstandignaamwoord
1. (scheldwoord) een persoon die iets aan het flikken is
♢ Wat een flikker ben je toch ook!
2. (informeel) een lichaam
♢ Je hebt hem toch wel op z'n flikker gegeven, hè?
3. (informeel) niets
♢ Ik zie geen flikker!
4. (scheldwoord) een homoseksueel
♢ Ga toch weg, flikker!
flikker - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flikkeren
♢ Ik flikker
2. gebiedende wijs van flikkeren
♢ flikker!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flikkeren
♢ flikker je?
Woordherkomst
Naamwoord van handeling van flikken met het achtervoegsel -er
Gepubliceerd op 14-11-2017
flikker
betekenis & definitie