Gepubliceerd op 14-11-2017

flik

betekenis & definitie

flik - Zelfstandignaamwoord
1. (informeel) in Vlaanderen een politieagent
2. (voeding) (besuikerd) chocolaatje met een platte en een bolle zijde

flik - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flikken
♢ Ik flik
2. gebiedende wijs van flikken
flik!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flikken
flik je?