Gepubliceerd op 14-11-2017

flierefluiter

betekenis & definitie

flierefluiter - Zelfstandignaamwoord
1. een vrolijk, oppervlakkig persoon die zich niets aantrekt van normen en waarden en vooral lui en werkschuw is
Arme Omar Sy. Sinds zijn doorbraak in Intouchables mag hij vooral opdraven in de rol van vrolijke, viriele zwarte man die tegen wil en dank de zorg op zich neemt van een vreemde en dat met verve doet. In Intouchables een man in een rolstoel, in Demain tout commence een dochtertje van wier bestaan de flierefluiter niet op de hoogte was.
Het werk maakt korte metten met de indruk dat Van der Elsken vooral een vrolijke, anti-autoritaire, oppervlakkige flierefluiter was. Hij was wel degelijk, ook in voorbereiding en research, een man van de inhoud.
2. Belgisch bier

Woordherkomst
Naamwoord van handeling van flierefluiten met het achtervoegsel -er

Synoniemen
[1] losbol, pierewaaier, niksnut, lummel, luiaard, nachtbraker, boemelaar, lanterfanter, leegloper, luilak, luiwammes