fles - Zelfstandignaamwoord
1. een langgerekt, cilindrisch en meestal van glas vervaardigd vat met een nauwe hals die met een dop of kurk af te sluiten is
♢ Deze fles bevat bijna een liter wijn.
fles - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flessen
♢ Ik fles
2. gebiedende wijs van flessen
♢ fles!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flessen
♢ fles je?
Gepubliceerd op 14-11-2017
fles
betekenis & definitie