fiscus - Zelfstandignaamwoord
1. (financieel) een overheidsorgaan dat de heffing en inning van belasting voor een staat verzorgt
♢ Hij heeft zijn tegoeden en rentebaten buiten het zicht van de fiscus gehouden.
Woordherkomst
Van het Latijnse fiscus, wat letterlijk "mandje" betekent. In het bijzonder werd hiermee het mandje voor het ophalen van het belastinggeld bedoeld. Later werd dit de algehele benaming voor de staatskas.
Synoniemen
belastingdienst
Gepubliceerd op 14-11-2017
fiscus
betekenis & definitie