finish - Zelfstandignaamwoord
1. (sport) het passeren van de eindstreep van een racewedstrijd
♢ Wat een prachtige finish!
2. (sport) de eindstreep: een lijn die deelnemers van racewedstrijden moeten passeren om de wedstrijd te volbrengen
♢ Door een ongelukkige val haalde hij de finish niet.
3. (techniek) afwerking (vaak een laklaag)
finish - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van finishen
♢ Ik finish
2. gebiedende wijs van finishen
♢ finish!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van finishen
♢ finish je?
Woordherkomst
van het Engels
Gepubliceerd op 14-11-2017
finish
betekenis & definitie