Gepubliceerd op 14-11-2017

financier

betekenis & definitie

financier - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van financieren
♢ Ik financier
2. gebiedende wijs van financieren
financier!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van financieren
financier je?

financier - Zelfstandignaamwoord
1. iemand die verstand heeft van het beheersen van geldmiddelen en dat ook als beroep heeft
Hij werkt als financier bij een financieringsmaatschappij.
2. iemand die geld ter beschikking stelt voor bepaalde activiteiten
De staat is meestal de financier van grote infrastructurele projecten zoals de bouw van bruggen en kanalen.

Synoniemen
bankier